Bij vloerverwarming wordt een buizennet waardoor water op lage temperatuur circuleert, ingebed in de vloer. De door het buizennet afgestane warmte wordt eerst in de vloeropbouw opgestapeld en vervolgens afgegeven aan de ruimte (voornamelijk door straling).

De warmteafgifte van een vloerverwarming hangt af van verschillende parameters, zoals het gebruikte systeem, de watertemperatuur, de pasafstand tussen de buizen en de warmteweerstand van de gebruikte vloerlagen.

Vandaag worden nog bijna uitsluitend kunststof buizen gebruikt die bij voorkeur een speciale behandeling hebben ondergaan, zoals toevoeging van een zuurstofscherm of een waterbehandeling met inhibitoren. Bij directe expansie wordt vooral gekozen voor koperen buizen.

Omdat de warmteafgifte voornamelijk wordt beïnvloed door de warmteweerstand van de vloerlagen boven en onder het buizennet, moet hier speciale aandacht aan worden besteed. Bij voorkeur is de thermische weerstand
van de vloer boven de buizen zo laag mogelijk, waardoor de opwarmsnelheid verhoogt. Op de vloerlaag onder buizen beperkt een isolatie-laag het warmteverlies naar beneden.

Vloerverwarming heeft belangrijke voordelen, zowel naar esthetiek als rendement: de afgiftesystemen zijn niet zichtbaar of hinderlijk, bij ene optimale installatie is het systeem bijzonder compact en naast vloerverwarming kan hetzelfde systeem ook gebruikt worden voor vloerkoeling.